Als ik naar een concert of feest ga, neem ik altijd mijn ‘party plugs’ mee. Voor degene bij wie de fantasie meteen op hol slaat, dit zijn oordoppen. Een gevalletje ‘Door schade en schande…’. Na aardig wat concerten en mijn voorliefde voor rockbands hebben mijn oren het nodige te verduren gehad.
Een paar jaar geleden na een geweldig, maar loeihard concert van Skunk Anansie, zijn mijn oren het zat. De volgende dag lijkt het of ik een koptelefoon met noise cancelling op heb. Dit is best prettig tijdens een kinderverjaardag of monoloog van een gefrustreerde collega, maar na een week maak ik me toch zorgen. Op naar de huisarts.
Hij bekijkt mijn oren en hoort mijn klachten aan. Als ik zeg dat ik naar een concert van Skunk Anansie ben geweest, zie ik hem denken ‘Aha, vandaar’. De muziek zegt hem natuurlijk niets, maar de bandnaam is voldoende voor een voorlopige diagnose. Zijn conclusie is dat ik wellicht een ‘geluidstrauma’ heb opgelopen. Als ik hem geschrokken aankijk, zegt hij: ‘Ik heb er zelf ook een!’. In bepaalde winkels kan het een positief gevoel opwekken als de verkoper dit zegt, maar nu niet. Hij vertelt hoe een collega soldaat (mijn huisarts heeft een bewogen verleden) een kanon naast hem afschoot, terwijl hij geen party plugs in had (in het leger hebben ze hier vast een andere naam voor). Sindsdien hoort hij boven een bepaald aantal decibellen niets meer. ‘Je kan er prima mee leven hoor’ zegt hij. En hij maakt inderdaad een gelukkige indruk.
Als ik me veel zorgen maak, kan ik een test laten doen bij een audicien, zegt hij nog, terwijl hij me de deur uit loodst. Ja ja, dan moet ik naar zo’n winkel waar je vrijkaarten krijgt voor de Libelle Zomerweek of korting op een rollator. Daar wacht ik nog wel even mee.
Ik geef mijn oren rust en na een tijdje hoor ik weer scherp. Misschien niet boven een bepaald aantal decibellen, maar dat is misschien maar beter. En daarna kan ik altijd nog overgaan op het lezen van lichaamstaal.
Dit kennen we allemaal wel. Je staat op een feest met harde muziek en iemand begint een gesprek. In het begin span je je in om te horen wat de ander zegt, maar dan mis je een paar woorden en uiteindelijk zie je alleen nog maar een mond tegenover je bewegen en versta je er niks meer van. Dan lach je maar een beetje mee en knik je bevestigend. Dit gaat goed tot de gezichtsuitdrukking van degene tegenover je overgaat in een vragende blik. En dan weet je dat je iets moet antwoorden. In zo’n geval moet je geen ‘Ja zeker’ of ‘Nee inderdaad’ roepen, maar kun je het beste ‘Tja……’ roepen en dan een stilte laten vallen (….). Meestal vult de ander dit dan op door zelf antwoord op de vraag te geven, want niemand kan tegen stiltes, ook niet als de muziek keihard staat. Ik, met mijn geluidstrauma, ben een expert hè.
Moraal van dit verhaal: schaf een paar party plugs aan, ga nooit te dicht bij een kanon staan en zorg dat je pas naar de audicien hoeft als je toe bent aan de Libelle Zomerweek of wanneer je een rollator nodig hebt.
Vooruit, nog één keer dan…weak as I am.