Op mijn telefoon verschijnt een foto van een positieve coronatest. Een bericht van Zus: ‘Geen Valencia voor mij’ staat er, met een snikkende smiley. Wat een domper! Twee dagen voor vertrek is ze geveld. Onze laatste trip was naar Boedapest, nu vertrekken we met z’n drieën; ik, mijn moeder en schoonzus Jan. Ingesteld op lange wachtrijen, zijn we 3 uur van tevoren op Schiphol, om vervolgens binnen 5 minuten door de security te zijn. Die 5 minuten waren nodig om de inhoud van mijn koffer uitvoerig te inspecteren. Er is iets verdachts aan mij.

Op de fiets
In Valencia is het een aangename 25 graden en we starten de eerste dag met een fietstour mét gids. Flashpacker Vince staat ons al op te wachten. Hij heeft een knot op zijn hoofd en zijn armen en benen zijn versierd met oerwoud en alles wat daarin leeft. We fietsen gehoorzaam achter hem aan. Dat moet ook wel, want de Valencianen blijken nogal licht ontvlambaar. Wij Hollanders zijn niet gewend aan smalle fietspaden met tweerichtingsverkeer; naast elkaar fietsen leer je hier snel af. Bij de eerste stop krijgen we een Farton (een zoet broodje) en een glaasje Horchata (tijgernotenmelk met suiker). Jan krijgt er geen genoeg van, omdat het smaakt naar Licor 43.

We fietsen langs de Mercado Central (de martkhal), de stierenvechtersarena, waar nog steeds gevochten wordt, en door het prachtige Turia park dat zich als een 9 km lange groene rivier door de stad slingert. Het was ooit echt een rivier, maar na een overstroming met dramatische gevolgen is deze omgetoverd tot een park.

Borrel met de club
In een idyllische binnentuin doen we een drankje met de fietsgroep. Mijn moeder zit naast een andere moeder met twee dochters die enorm lijken op the Kardashians. Ik zit tussen een groep van zo’n tien vrouwen. Ze hebben namen als Caroline, Annabel en Machteld en ze kijken geen Netflix, maar NPO Plus. Om het ijs te breken, vraag ik: ‘Zo, en wat zijn jullie, een boekenclub of een yogaclub of allemaal zussen?’ ‘We zijn een jaarclub!’ roepen ze in koor. ‘Maar we lezen af en toe wel een boek.’ Ze moeten hard lachen. Zus had hier goed tussen gepast. ‘We waren oorspronkelijk met twintig’, vertelt Annabel, ‘maar er zijn er een paar afgevallen.’ Ze noemen wat namen van vrouwen die niet mee konden, bij de naam Elsbeth worden veelbetekenende blikken uitgewisseld. Je hebt natuurlijk in elke groep wel een secreet dat je liever thuislaat. Als de vrouwen op het toilet een bordje ontdekken waarop staat dat je er uitsluitend alleen in mag ténzij je hulp nodig hebt, slaat de fantasie op hol. Tijd om door te fietsen, aldus onze gids.

Bij de ‘Stad van de Kunsten en Wetenschap’ nemen we afscheid van de jaarclub en the Kardashians. Ik klets nog even met Vince en merk op dat het operagebouw doet denken aan dat van Sydney. Hij vertelt dat hij in een appartement woonde met uitzicht op het Sydney Opera House. ‘Het koste 4000,- dollar per maand!’ ‘Wauw’, zeg ik. ‘O nee, 4000 per wéék!’ corrigeert hij zichzelf. Hij had daar zijn eigen cocktailbar. Ook vertelt hij dat hij de afgelopen zeven jaar in 36 landen is geweest. ‘Wauw’ zeg ik nog een keer. Ondertussen probeer ik ook iets indrukwekkends te zeggen, maar ik kan zo gauw niks bedenken.

Agua de Valencia
De volgende dag pakken we de tram richting kust. Mooie brede zandstranden strekken zich uit en na een lange wandeling met blote voeten in de zee, ploft mijn moeder in een strandstoel. Binnen een paar seconden ligt ze met stoel en al ondersteboven in het zand. Er komen een paar Spanjaarden toegesneld om de stoel, met haar erin, overeind te hijsen. Gelukkig heeft mijn moeder flexibele ledematen. Weer terug in de stad sluiten we af met tapas en Agua de Valencia, de naam doet vermoeden dat het om water gaat, maar het is een mix van gin, wodka, cava en verse sinaasappelsap. Terwijl we genieten van dit zomerse drankje overweeg ik een cocktailbar in Sydney. Dat schijnt goed te verdienen.

Als we terugvliegen, uiteraard nadat ik met mijn verdachte tronie wederom gefouilleerd ben, genieten we na van een heerlijke trip. Zon, tapas en mooie architectuur. En mijn moeder, met haar 77 jaar, loopt gewoon nog steeds ruim 20.000 stappen per dag, zonder vermoeid te ogen. ‘Het gaat uitstekend!’ is haar lijfspreuk. Een goede, al zeg ik het zelf. Op naar een volgend avontuur met ontelbaar veel stappen…en dan weer mét Zus!

Cover me in sunshine
Shower me with good times
Tell me that the world’s been spinning since the beginning
And everything will be alright

Share This:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wil je mijn columns in je mailbox ontvangen?

Voer dan hier je emailadres in:

Eerdere columns
Lees en luister
Muziek, (sterke) verhalen, toevallige gebeurtenissen, kunst, boeken, en nog meer muziek...
Columns in je mail

Bericht ontvangen als er een nieuwe column verschijnt? Vul hier je emailadres in: