Inspiratie is overal, maar ik heb wel eens van die momenten, dan zie ik het even niet. Hoe kom ik aan inspiratie? Ik overweeg het beklimmen van een hoge berg, zonder extra zuurstof. Een stilte retraite met veganistische maaltijden. Een wereldreis per fiets met slechts één rugzakje. Of een dag naar Volendam.
Ik besluit om het wat dichter bij mezelf te houden. Ik lees over een cursus creatief schrijven: ‘De cursus is voor iedereen die zich graag laat inspireren door zijn of haar omgeving en dan met name gericht op cinema, kunst en literatuur.’ Dit klinkt veelbelovend. Ik schrijf me in, samen met vriendin Cé, die, naast vele andere ambities, ook schrijversaspiraties heeft.
Tijdens de eerste les doen we een oefening ‘speed writing’. Dit raad ik iedereen aan. Pak een schrijfblok, zet je pen op het papier en begin te schrijven. Zonder punten, komma’s of vraagtekens. Alles wat in je opkomt, schrijf je achter elkaar op, zonder erover na te denken. Net als op Twitter. Het is verrassend wat je dan op papier krijgt. Cé is zo verrast dat ze besluit haar tekst niet voor te lezen.
Dat is natuurlijk wel een dingetje. Schrijven is één ding, maar je eigen werk voordragen, is een ander verhaal. Zoals je bij alle vormen van creatieve expressie een drempel over moet. Wat als ze mijn verhaal saai vinden, of raar of vergezocht? Ik denk dan, voor elke schrijver is een doelgroep. Of doelgroepje. Laat je niet weerhouden, al denk je dat je zelf je enige fan bent.
Wekelijks ontmoeten we elkaar, zes weken lang. Onder de positieve leiding van Anne, schrijven we, luisteren we, lezen we voor en raken we geïnspireerd door elkaar:
Bob, die spannend schrijft over Leiden én Barcelona en dit alles op een jaloersmakend futuristisch digitaal schrijfblok.
Elvira, die voor de liefde uit Spanje naar Nederland is gekomen en in staat is om elk Hollands verhaal Spaans te laten klinken.
Fleur, die iedereen (opnieuw) enthousiast weet te krijgen voor Ronja de Roversdochter. En terecht.
Mirthe, die tijdens het hardlopen de ‘intervalschrijftraining’ heeft uitgevonden: Hardlopen, stilstaan, schrijven en weer door.
Lisa, die haar liefde voor absurdistische verhalen met ons deelt. Want waarom zou een mens niet kunnen veranderen in een kreeft?
Nynke, die van een 19e eeuws schilderij van Renoir een ‘fantasy crossdress party’ weet te maken. Briljant.
Conny, die zo spannend schrijft over een snijbonenmolen, dat ik bij elke snijboon die ik eet nog aan haar verhaal zal denken.
Cé, die iedereen -nou ja, bijna iedereen- enthousiast weet te krijgen voor de film Braveheart (ja, die met Mel Gibson).
Lydia, die schildert, schrijft en tekent. Desnoods allemaal tegelijk. Geef haar een pen of penseel (of het high-tech schrijfblok van Bob) en er komen de mooiste dingen tevoorschijn.
De laatste les gaan we de stad in, voor ons slotverhaal. De opdracht is om een stuk te schrijven waarbij je je laat inspireren door de stad. We lopen langs grachten, de botanische tuin, over bruggetjes en langs café’s. We slenteren richting de kerk, die opdoemt in een schilderachtige steeg, en dan roept Lydia: ‘Hier woon ik, wie heeft er zin in een glas wijn?’. Cé en ik kijken elkaar aan en weten niet hoe snel we: ‘JA!’ moeten roepen, net als de anderen.
Ze laat ons binnen in haar monumentale woning, en het is alsof we in een filmscène belanden. Een concertvleugel midden in de kamer, honderden boeken, penselen, schilderijen, en te midden daarvan zitten wij met onze schrijfboekjes en een glas zelf gebottelde wijn. Lydia maakt tussen de bedrijven door nog even een portret van Bob en we lezen onze laatste werken aan elkaar voor.
Als we afscheid nemen, denk ik: ‘Ja, dit is het!’ Het gaat er niet om wat je doet, maar wie je ontmoet.
Beautiful people
We share the same back door
And it isn’t right
We never met before
But then
We may never meet again
Beautiful people
Never have to be alone
‘Cause there’ll always be someone
With the same button on as you