Het kamp van groep 8. Dat is zo’n moment waarop het afscheid van de basisschool serieuze vormen begint aan te nemen. Onze schattige tieners gaan de puberteit tegemoet. En dan gaat de schattigheid er langzaamaan vanaf.

Zoon komt thuis met een ‘kampboekje’. Wat moet er mee? Regenjassen! Wat laten we thuis? Alles wat op wifi draait! En wie gaan er mee? 30 ongeleide projectielen, of eigenlijk 31 met de meester erbij + 1 dappere juf + 2 onwetende ouders die onder valse voorwendselen zijn gerekruteerd.

In tegenstelling tot Zoon ben ik nogal druk met het inpakken van zijn tas. Ik verspreid vijf onderbroeken door z’n tas, in de hoop dat hij er minimaal één tegenkomt en op het idee komt om een schone aan te doen (ik herinner me eerdere logeerpartijen). Tegen de tijd dat hij naar Lloret de Mar gaat, bemoei ik me hier echt niet meer mee.

Dan vraag ik welke knuffel hij mee wil. ‘Knuffel!?’ Hoe ik het verzin. Hij wil op kamp zonder. Ik vraag nog of hij het zeker weet, maar hij is vastbesloten. Het is gedaan met de schattigheid.

Daar staan we dan met alle ouders en kinderen te wachten op de bus. Het ene kind met een enorme hutkoffer (die wel al z’n knuffels meeneemt) en de ander met een minitasje (en een moeder die zich heeft neergelegd bij het 1-onderbroek-principe). Een van de moeders appt nog gauw naar oma dat ze moet opschieten voor de bus vertrekt. ‘Anders fietst ze straks weer zwaaiend als een malle achter de bus aan, zoals vorig jaar bij het schoolreisje’.

Het moment van afscheid is daar. Er worden knuffels en kussen uitgedeeld en er wordt ‘Veel plezier!’ geroepen. Zoon omhelst me, roept: ‘Doei!’ naar Man en verdwijnt de bus in. Tot verontwaardiging van Man, die op een innig afscheid had gerekend. Ik zie meerdere ouders de bus ingaan, roepend: ‘Hé, ik heb nog geen kus gehad’. Als alle ouders de bus uitgejaagd zijn, kan de reis beginnen. Op naar Texel. We zwaaien zo lang mogelijk. Daar staan we nog even. Ik hoor dingen als: ‘Goh, het zal wel stil zijn in huis’ en ‘Zo, eindelijk de Playstation voor mezelf’. En dan gaan we ieder weer over tot de orde van de dag.

De dagen daarop zien we foto’s voorbij komen van fietsen in de regen, spelletjes op het strand en bonte avonden. Van stapels pannenkoeken, borden macaroni en corvee (die laatste houden we er thuis ook in). We zien de Meester in een kikkerpak, een leeuwenpak, een oranje pak en een voetbaltenue (zal hij thuis ook dagelijks zo tevoorschijn komen?). We zien blije gezichten, vermoeide gezichten en gezichten die geen tijd hebben om ons te missen.

Vier dagen zijn zo om. Daar komt de bus. Aan wegduiken doen ze niet meer (duh!). En dan volgen een boel omhelzingen. Zoon is terug, zonder stem, maar wel met een tas vol natgeregende spullen, zelfgemaakte kaarsen, een prachtig Texels souvenir, en vooral met een geweldige ervaring rijker. Met dank aan Meester Kikker, de heldhaftige juf, en de 2 ouders die verrassend fit ogen…met zonnebril, respect!

Bij thuiskomst kiep ik zijn tas om en vind vier schone onderbroeken….ik geef het op.

‘Mam, moet je horen, met dit verschrikkelijke lied maakte de meester ons elke ochtend veeeel te vroeg wakker.’

Share This:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wil je mijn columns in je mailbox ontvangen?

Voer dan hier je emailadres in:

Eerdere columns
Lees en luister
Muziek, (sterke) verhalen, toevallige gebeurtenissen, kunst, boeken, en nog meer muziek...
Columns in je mail

Bericht ontvangen als er een nieuwe column verschijnt? Vul hier je emailadres in: