Mooie eend, je kwekt en je kwaakt,
aldoor zwemmend, heerlijk naakt
Een verfrissende duik, een diepe zucht,
kop in het water, kont in de lucht
Ai, daar is dat kereltje weer met z’n ouwe brood,
dat wordt nog eens echt je dood
Een harde korst vliegt door de lucht
Een duik onder water, op tijd gevlucht
Zo is het genoeg vindt ook de wind,
het wordt tijd voor een lesje, baldadig kind.
De wind krijgt vat op zijn stoere pet,
terwijl jij, eend, jezelf hebt gered
Het kereltje krijst en wijst,
maar houdt zich dan gedeisd
Je komt weer boven en hapt naar lucht,
maar wat maakt daar een verre vlucht?
Mooie eend, je kwaakt en hebt pret,
aldoor zwemmend, maar nu met pet
Wordt vervolgd in: Eend met Pet – the sequel